1706 Apr 2 (letter 17 - Petrus Kalden)
65
(B6 1706 written in pencil)
Aande eerw, aansienlyke
kerkenraad tot Amsterdam.
Eerwaarde, godzalige, hooggeleerde
wijse en beschijdene mede broe-
ders in Christo.
Eerwaarde seer geëerde heeren
Ue: eerw seer geeerde letteren nadat deselve de
Caab voorbijgepasseert, sijn ons seer wel van Batavia
met de retournerende schepen geworden, wij verheigden
ons ten hoogsten over de goedhyd van ue: eerw:, als mede
over 't cort dog bondig relaas so van kerk als land te
mogen verstaan, waar voor wij ue: eerw: hertgrondig dank
seggen, en nedrig (sic) versoeken daar in gelieven te volharden.
De gemeente aande Caab neemt onder Gods goedhyd nog
alle jaren werklyk toe so in ledematen als hydenen
die door den doop Christi gemijnschap worden ingelijft
waar onder selven Chinesen gelyk voormaals gemelt
hebbe gevonden worden.
Wij hebben om de teere ieugt nog meerder aanlijding te
geven, en de gronden vande goddelyke waarheden in te lyden
<behalven de private> een publyke catechizatie, dat noyt voor desen hier
gedaan is, in gestelt, moetende dese schoolmeesters alle
woensdagen haar schoolkinderen onder 't luijden vande kerk
klok selfs inde kerk lyden, alwaar dan een gebed gedaan,
gesongen, en de beginselen vande leer der waarhijd haar
in geboesemt en daar in onderwesen worden, 't welk onder
Gods goedhyd sodanig toeneemt, dat aldaar niet alleen
over de 120 kinderen toevloijden, maar ook bejaarde conden
aanhoorden, waar uyt wy onder Gods goedhyd nog een catechiza-
tie voor bejaarde formeren sullen.
Tot soulaas vande sieken die alhier met de retournerende
vloot so uyt vaderland als India aancomen, hebbe besorgt,
dat alle sondagen voor de middag een predicati[e] in't
66
't hospitaal of siekenhuijs door den krankbesoeker
gelesen word, dat noijt voor heen ook geschiet is. //
// <daar manqueert maar
seer geëerde medebroeder
een hulp en medearbijder
in so grote oest en wijn-
gaart waar in wij afsl[owe].> (inserted in the left margin)
[D]og [tareest] eerw: heeren dat hier nog ontbreekt, is dat
dese hijdense natie of Hottentotten nog sitten in so
een duijstere oncunde, buyten kennis vanden waren God,
en vreemdelingen vande verbonden der genaden, hebbe mijn
vlyt 'tsedert mijn aanwesen al aangewent om haar
taal mij ijgen te maken, en so ver geavanceert in
woorden, dat indien een jaar of anderhalf mogt afson-
deren om deselve tot meerder volmaakthyd te brengen,
souden mij durven sterk maken om [dese] Africander
daar in dienst te doen, geve dat eerw: heeren in
bedenking, hebbe dan ook over aan d'edele
hoog agtbare heren bewintheberen geschreven.
Dit is cortelyk eerw: heeren 't geen de staat van
myn kerk in dit uyterste gedetlte (sic) van Africa betreft
d'Algenoegsame wil die meer en meer uytbrijden, en met
Syn genaden invloet overstromen, dat ook de hydenen
in de schoot van Jesu Kerk mogen geboren worden.
Wij blijven na toewenschinge vander [mi]lden zeegen vanden
God aller zeegeningen over ue: eerw: persoonen
en hijlige diensten.
Eerw: godzalige, hooggeleerde, wijse
en bescheijdene medebroederen in Christo
Ue: eerw: seer genegen en dienstwillige dienaar
en medebroeder in Christo
Uyt aller naam en last
Petrus Kalden, eecl: ibiden
Cabo den 2 april 1706
<Caep 1706> (cut out from the envelope and pasted on this page]
notes:
None.
Source: Stadsarchief Amsterdam, Archief van de Classis Amsterdam van de Nederlandse Hervormde Kerk: Ingekomen stukken betreffende kerkelijke zaken op Kaap de Goede Hoop,1655 -1792
Citation: NL-SAA, archiefinventaris 379, inventarisnummer 206, pp. 65-66
- Hits: 18996